Havo betekent hoger algemeen voortgezet onderwijs. Kies je voor een havo-opleiding, dan krijg je uitsluitend algemeen vormende schoolvakken en geen praktijklessen. Na de havo kun je direct doorstuderen aan het hoger beroepsonderwijs (hbo). Daarom wordt de havo tegenwoordig wel gezien als voorbereidend hbo.
Je kunt met een havo-diploma ook doorstromen naar de vijfde klas van het vwo. Vraag wel op tijd wat er nodig is voor de overstap van havo naar vwo. Het vwo en het hbo geven toegang tot de universiteit.
De havo duurt vijf jaar. In de laatste twee jaar (de tweede fase) kies je uit de volgende vier profielen.
• Natuur en techniek
• Natuur en gezondheid
• Economie en maatschappij
• Cultuur en maatschappij
Bij elk havo-profiel horen twee of drie verplichte vakken en één of twee profielkeuzevakken. Ook moet je verplicht een profielwerkstuk maken. Een aantal vakken sluit je af met een schoolexamen. Het centrale eindexamen doe je in zeven vakken.
De algemene schoolvakken op de havo zijn hetzelfde als die op het vwo, het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs. Toch zijn er wat verschillen. De havo duurt vijf jaar en het vwo zes jaar. Op de havo doe je in de onderbouw naast Engels en Nederland verplicht één andere moderne taal, op het vwo twee. De havo bereidt je specifiek voor op het hoger beroepsonderwijs, het vwo bereidt voor op de universiteit (= wetenschappelijk onderwijs). Daarom zijn de lessen op de havo iets minder theoretisch dan op het vwo.
Wie van havo naar vwo wil doorstromen, moet voldoen aan toelatingseisen van de school. Informeer hiervoor op tijd bij de vwo-school, want die toelatingseisen kunnen verschillen. Een eis kan bijvoorbeeld zijn dat je acht vakken afrondt op de havo in plaats van zeven, omdat je op het vwo in acht vakken eindexamen moet doen.
Meer informatie over de havo en reacties van leerlingen op de pagina’s 26 t/en 27 van de VO Gids 2022
Lees meer over de verplichte vakken op de havo (website)