
Noor Bogaerts, moeder van 3 kinderen op 3 verschillende VO-scholen, Amsterdam
‘Niet elk kind past op elke school’, vindt moeder Noor Bogaerts uit Amsterdam. Haar drie kinderen kozen elk voor een andere school. ‘Open dagen en websites geven niet het complete beeld. Ik wil weten wat een school écht te bieden heeft.’
In Amsterdam hebben kinderen de keuze uit veel verschillende middelbare scholen. Door het lotingssysteem moeten zij een lijst maken van negen favoriete scholen. Noor Bogaerts heeft drie kinderen, waarvan haar jongste dochter dit jaar de spannende schoolkeuze maakte. ‘Na twee eerdere schoolkeuzes weet ik beter waar ik op moet letten,’ vertelt ze. ‘Websites en open dagen laten altijd het perfecte plaatje zien. De kunst is om te achterhalen hoe het er écht aan toegaat, zodat je de voor- en nadelen kunt afwegen.’
Bogaerts denkt graag mee met haar kinderen. ‘Zij laten zich leiden door praktische zaken zoals het kantineaanbod, de sfeer of waar hun vrienden naartoe gaan. Ook maakt de eerste open dag die ze bezoeken vaak de meeste indruk. De scheikundeproefjes zijn dan nog spannend, maar na een paar open dagen ben je die proefjes wel zat en gaan alle andere scholen op elkaar lijken.’
‘Ze laten zich leiden door praktische zaken zoals het kantineaanbod of waar hun vrienden naartoe gaan’
Het grote vergelijkingsonderzoek gebeurde vooral aan de keukentafel. ‘Mijn kinderen lazen in de VO Gids over de scholen en keken naar het aanbod van elke school. Daarna maakten ze een lijstje van de scholen die hen leuk leken. Na hun eerste selectie hebben we samen de opties doorgenomen. Als ouder kun je dan nog wat sturen in welke school op nummer één komt. Sommige scholen liggen bijvoorbeeld erg ver uit de buurt, dat is niet zo praktisch. Zeker als er in de buurt veel vergelijkbare scholen zijn.’
Bogaerts kijkt ook naar specifieke factoren. ‘Ik vind het bijvoorbeeld goed om te weten welke vakken er worden aangeboden. Op sommige scholen is het aanbod beperkt tot de standaardvakken. Daar is het niet mogelijk om een extra taal te doen of kun je bepaalde vakken niet combineren. De SchoolWijzer hielp mij om in één overzicht te zien waar een school staat, welke vakken er te kiezen zijn, welke niveaus je kunt doen en of er bijvoorbeeld een brede brugklas is. Voor kinderen is dat nog een ver-van-hun-bed-show, maar als ouder is het goed om vooruit te kijken. Dat voorkomt teleurstellingen achteraf.’
Bij de schoolkeuze kijkt Bogaerts vooral naar haar kind. ‘Niet elk kind past bij elk type onderwijs’, vindt ze. ‘Mijn zoon in de tweede klas heeft behoefte aan structuur en duidelijkheid. Voor hem werkt een school met focus op didactiek goed, al heeft hij wel veel toetsweken. Voor haar jongste dochter is dat een ander verhaal. ‘Zij moet zich ook creatief kunnen uiten en kan een wat lossere sfeer prima aan.’
Bogaerts weet dat het lastig is om te achterhalen hoe het er écht aan toegaat op een school. ‘Daarom vraag ik de ervaringen van ouders met oudere kinderen’, zegt ze. ‘Zij hebben beter zicht op de dagelijkse praktijk en weten hoe je als ouder betrokken wordt bij de voortgang van je kind. Bij sommige scholen moet je het doen met een standaard cijferoverzicht, bij andere scholen word je ook geïnformeerd hoe je kind het sociaal doet en hoe hij in de klas zit. Voor ouders kan dat een verschil maken.’
Noor Bogaerts en haar man hebben drie kinderen. Hun zoon (13) en oudste dochter (15) zitten op twee verschillende middelbare scholen in Amsterdam. Komend schooljaar start hun jongste dochter (11) in de brugklas.
Volg ons op LinkedIn. Zo mis je geen enkel interview in de reeks over schoolkeuze én blijf je op de hoogte van andere ontwikkelingen op het gebied van onderwijs.