De doorstroomtoetsen

De doorstroomtoetsen

Sinds 2024 maken alle kinderen in groep 8 de doorstroomtoetsen, de nieuwe naam voor de eindtoets. De doorstroomtoetsen worden eind januari gemaakt, direct nadat de leerlingen het schooladvies hebben gekregen. Als uit de toets blijkt dat je kind over meer kennis en vaardigheden beschikt, wordt dit advies in principe bijgesteld. Alleen als het in het belang van het kind is, kan de school besluiten het advies niet bij te stellen. Dit moet dan goed gemotiveerd worden.

Er zijn verschillende goedgekeurde toetsen waar scholen uit kunnen kiezen. Een daarvan is de bekende Cito-toets, maar ook veel scholen kiezen voor de IEP-toets. Ook de toetsen van Route8, Dia en AMN zijn toegestaan. De uitslag van de doorstroomtoets is meestal een bevestiging van het schooladvies dat je al eerder hebt ontvangen.

Hoe kies je de juiste doorstroomtoets?

Scholen kiezen zelf welke van de goedgekeurde doorstroomtoetsen zij afnemen. Factoren als de opbouw van de toets, de wijze van rapporteren, en de mate van ondersteuning voor scholen spelen hierbij een rol. Voor ouders en leerlingen maakt het in principe niet uit welke toets wordt afgenomen, omdat ze allemaal voldoen aan de eisen van de overheid. Wel kan het prettig zijn om te weten hoe een toets er ongeveer uitziet. Sommige toetsen bestaan vooral uit meerkeuzevragen, andere bevatten ook open vragen.

Daarnaast is het goed om te weten dat de resultaten van de doorstroomtoetsen worden gebruikt voor landelijke monitoring. De overheid krijgt op deze manier inzicht in de gemiddelde prestaties van basisschoolleerlingen. De resultaten hebben dus niet alleen invloed op het schooladvies, maar ook op beleidskeuzes op landelijk niveau.

Let op: hoewel de doorstroomtoets belangrijk is, blijft het schooladvies van de leerkracht leidend. De leerkracht kijkt immers ook naar motivatie, werkhouding en leerontwikkeling over een langere periode.